Hoge waardering voor de Poorters van Montfoort

Auteurs: Martin Liebregts en Haico van Nunen

Een score die vermeld mag worden
In de afgelopen maand is er een enquête gehouden onder de bezoekers van de Poorters van Montfoort (1), het pilotproject van Active House (2). De geënquêteerden bestaan uit mensen uit het vak: opdrachtgevers, adviseurs en bouwers. Allereerst is aan de betrokkenen gevraagd, hoe ze een negental kwaliteitsaspecten van Active House waarderen, als ze dit afzetten tegen de huidige praktijk van de (Nederlandse) renovatie. Als uitgangspunt was aangenomen, dat deze praktijk gemiddeld een zeven scoort (ruim voldoende). Op alle aspecten wordt in deze enquête beduidend hoog gescoord dan nu gangbaar is. Gemiddeld is de waardering 8,3 tegen 7,0. Alle reden om de pilot in eerste instantie als succesvol te beschouwen. De waardering voor de kwaliteit is er breed aanwezig en de eerste stap voor een vervolg is hiermee gezet.

Lees verder

Overtuig de bewoner

Laatst zat ik een artikel te lezen over ‘persuasive technology’. Het gaat over hoe je, met ondersteuning van techniek, mensen aan kunt zetten tot het juiste gedrag. Als voorbeeld werd in dat artikel een weg genoemd. Op een hele brede weg word je uitgenodigd om hard te rijden. Is diezelfde weg een stuk smaller dan wordt er minder hard gereden. Het idee van persuasive technology is dat met techniek, bijvoorbeeld LED verlichting, de weg breder en smaller gemaakt kan worden, naar gelang de gewenste snelheid. De gebruiker wordt op deze manier (onbewust) aangezet tot ander gedrag.

weg verlichting_Bouwhulp

Je gaat dan eens nadenken over technieken die we in de bouw zouden kunnen gebruiken. We hebben het altijd over ‘de gebruiker centraal stellen’, maar doen we dat ook echt? Uiteindelijk bouw je voor de gebruiker, en wil je met het gebouw de gebruiker ten diensten zijn. Aan de andere kant, als we technieken in moeten zetten om de gebruiker zich volgens een bepaald patroon te laten gedragen, stellen we dan de gebruiker daadwerkelijk centraal? Met technieken die de gebruiker beïnvloeden stel je eigenlijk de maatschappij centraal, net als bij de snelheid op de weg, waar we de maatschappelijk gewenste situatie onbewust willen afdwingen. Wellicht een paar ideeën om te kijken wat de toekomst in de woning ons brengt.

Misschien is het dan wel mogelijk om met verlichting in de woning een gevoel van comfort op te wekken. Door op koude dagen warme kleuren te gebruiken in de verlichting, ervaart de gebruiker het als warmer. Het gevolg is dat hij de verwarming minder snel hoger in zal stellen. In de zomerperiode kun je juist met koele kleuren werken, waardoor het vertrek koeler wordt ervaren.

Een andere mogelijkheid heeft te maken met het warmtapwaterverbruik. Een groot deel van de energierekening bestaat uit warm water. Zeker bij de goed geïsoleerdere woningen kan het warmtapwaterverbruik oplopen tot meer dan de helft van het totale gasverbruik. Doordat we steeds betere installaties hebben, maken we er bovendien langer gebruik van, het is comfortabel om lang onder de douche te staan. De zandloper in de douche is meestal niet genoeg om ons te laten stoppen. Maar het is ook mogelijk om met verlichting (steeds koelere kleuren?) of zelfs de fysieke watertemperatuur aan te passen, zodat je merkt dat het minder comfortabel wordt en je daarmee weet dat het lang genoeg heeft geduurd?

Led douche

Een combinatie van woningvoorzieningen en het beïnvloeden van de bewoner kan ook. We verwarmen nu onze hele woning op een gelijkmatige temperatuur. Dit doen we veelal via radiatoren of andere afgifte instrumenten. Wellicht moet het gebouw veel kleine stralingspanelen hebben, die met ons meedenken. Als ik op de bank zit doen alleen de panelen bij de bank het, en bij het koken staan de panelen in de keuken aan. Minder hoog, want er komt al warmte van de keuken. Door de chip die je bij je draagt is bekend of die persoon het warm of juist koud wil hebben. De verlichting uit het eerste voorbeeld kan hierbij ondersteuning geven.

Wat opvalt aan de punten hierboven is dat ze allemaal met comfort te maken hebben. Blijkbaar is dat het terrein waar we met beïnvloeding van de gebruiker hem ook tot ander gedrag aan kunnen zetten.

Misschien hoeft het allemaal ook niet zo drastisch en is het al voldoende om in een display zichtbaar te maken wat je tot nu toe verbruikt hebt. En dan bedoel ik niet in kuub gas of kWh. Nee, gewoon in euro’s. Dat is toch waar we gevoelig voor zijn. Het gaat dan meer om bewustwording dan om het overhalen/overtuigen van een bewoner. En met de huidige techniek zijn er voldoende voorbeelden voor bewustwording. Zolang de HR-ketel draait om het water op te warmen, of de droger aanstaat om de was weer droog te krijgen, mag er best een rood lampje knipperen. Maar een meekleurende wandcontactdoos, die het (sluip)verbruik aangeeft in kleuren, laat ook duidelijk zien wat er gebeurt. Of een radiator die mee kleurt met de ingestelde temperatuur. Iedere graad meer betekent ook een rodere kleur. Zo zie je wat op een bepaald moment energie vraagt.
Ik denk dat het beïnvloeden of overhalen van een gebruiker in de woning nog wat ver gaat. Het individuele van een bewoner moet juist gekoesterd worden. Voordat ‘persuasive technlogy’ in de bouw een plek vindt, zal er nog veel gaan gebeuren. Ik denk dat techniek wel veel meer ingezet kan worden bij het overtuigen van bewoners, door zichtbaar te maken wat er om hem of haar heen gebeurt, en op die manier de bewoner te overtuigen dat hij het zelf anders moet doen.

Het oog wil ook wat

De laatste tijd staan energetische verbeteringen weer hoog op de agenda. Veel nieuwbouwprojecten, maar ook renovatieprojecten zijn stilgevallen. Als projecten doorgaan dan zijn het vooral projecten waar de energieambities hoog liggen. Helemaal niets mis mee. Sterker nog, we moeten de bestaande woningvoorraad gaan verbeteren op het energetisch vlak, anders komt de kwaliteit van de huidige voorraad veel te ver achter te liggen bij nieuwbouw. Maar het lijkt erop dat alleen energie de boventoon gaat voeren, met het risico dat andere kwaliteiten achter blijven.

Het gevaar zit erin dat, om maar te voldoen aan de eisen vanuit het energievraagstuk, daar direct naartoe wordt gerekend. Ontwerpen begint met de eindkwaliteit die je voor ogen hebt en niet met de calculator in de hand. In een onlangs gehouden lezingenserie , waarin renoveren met hoge ambities centraal stond, zijn vijf verschillende kwaliteiten genoemd, die een rol spelen als je hoge ambities wil realiseren. De woning moet ruimte (1) bieden, zowel in vierkante meters als in een ruimtelijke ervaring. De woning moet comfortabel (2) zijn, een gezond binnenklimaat, maar ook regelbaar naar de wens van de bewoner. Bovendien moet er ruimte zijn voor aanpassingen in de tijd (3). Ruimten benutten voor andere functies, maar ook uitwisselen van aangebrachte producten en technieken om nu en in de tijd aan de wensen te voldoen. Dit alles moet niet enkel worden samengevoegd (stapelen), maar het moet bewust ontworpen worden (integreren). De interne verdeling van de vertrekken, maar juist ook het beeld (4), vormen een belangrijk kwaliteit van een grote ingreep. Indien deze vier kwaliteitsaspecten worden ingevuld, dan kan vervolgens de bijbehorende energetische ambitie (5) worden nagestreefd.

Lees verder

1 + 1 = 3

Woningverbetering kent vele thema’s. Ieder periode waarin de woning verbeterd wordt kent zijn eigen oneliners. De ene keer is het comfort, de andere keer energie, en weer een andere keer zorg of levensduurbestendigheid. Het opvallende is dat deze thema’s telkens terug komen. Daar komt bij dat de oplossingen voor veel thema’s niet drastisch verschillen van elkaar. Het is het accent dat eraan wordt gegeven waarom een oplossing past binnen het huidige thema (of noem het trend).  Bij de verbeteringen die worden gerealiseerd zijn verschillende kwaliteitsaspecten waar aandacht aan kan worden besteed.  Het gaat erom te zoeken naar de aspecten die elkaar versterken om een zo optimaal mogelijk rendement te krijgen.

Ruimte

Twee aspecten die veelvuldig terugkomen bij woningverbetering  zijn ruimte en energie. Die twee samen bepalen grotendeels het toekomstperspectief  van de woning. De beschikbare ruimte bepaalt de gebruiksmogelijkheden van het gebouw, welke doelgroep, groeimogelijkheden en functiedeling.  Dit gaat verder dan het aantal vierkante meters. Het gaat onder meer over de verdeling van de vertrekken, de aanwezigheid van een extra voorziening zoals een serre, balkon of buitenruimte, maar ook over de mogelijkheid voor zorg of werken aan huis. Het aspect ruimte bepaalt je leefgebied binnen de woning. Als we naar onszelf kijken dan willen we zoveel mogelijk leefruimte, maar wel binnen financiële grenzen die we daaraan stellen. We willen graag grote vertrekken of juist meer vertrekken, het biedt ons de ruimte om een eigen invulling te geven aan de manier van wonen.

Gevel-BouwhulpGroep

Energie

Energie gaat eigenlijk over ‘niet-energie’. Hoe je zo min mogelijk energie verbruikt tijdens het wonen. Ook dit is meestal ingegeven vanuit financieel oogpunten en veel minder vanuit de betrokkenheid bij het milieu, maar dat is een tweede ding. De betaalbaarheid van het wonen is hier voor bewoners het meest belangrijk, het beschikbare budget.

Met isoleren kom je al een heel eind. De bestaande woning kan dan een beperking zijn, het is zoeken naar de best passende oplossing. Waar kun je isoleren (dak, gevel, vloer) en wat bereik je er mee? Het is een afweging tussen de te bereiken prestatie en de daarmee gemoeide kosten. Vaak zijn er aanvullende installaties nodig om het eindresultaat zo optimaal mogelijk te maken. Het lijkt echter wel of het rendement van de apparaten recht evenredig toeneemt met de omvang ervan. WTW, warmtepomp of zonneboilers, in toenemende mate hebben ze een ruimtebeslag op de woning.

Misschien ligt de oplossing in het samenvoegen van twee belangrijke thema’s; ruimte en energie. Het toevoegen van ruimte geeft daarmee niet alleen leefruimte, maar tevens opstelruimte voor installaties. De woning als geheel wordt daarmee beter bruikbaar. Het enkel toevoegen van ruimte levert meer kwaliteit, net als het enkel toevoegen van energetische prestaties. De optelsom van de twee verbeteringen, ruimte én energie, biedt een nog hogere kwaliteit. Dat is waar we naar op zoek zijn.

Zoeken naar oplossingen

Het verbeteren van de kwaliteit van de bouw hangt van vele aspecten af. Sommige aspecten werken mét elkaar, andere juist niet. Het gaat erom bij de oplossingen de samenhang te zoeken tussen de deelaspecten. In dit voorbeeld zijn ruimte en energie gebruikt, maar het zijn slechts voorbeelden. Het gaat erom dat maatregelen niet vanuit één aspect worden bedacht. Het eenzijdig benaderen van een probleem (of trend) geeft wel verbetering, maar die verbetering had meer op kunnen leveren. In bovenstaand voorbeeld leveren zowel energetische verbeteringen als het toevoegen van ruimte afzonderlijk een betere woning op. Het gelijktijdig toepassen van de verbeteringen levert nog meer op. Het is het zoeken naar de tweecomponentenlijm van de bouw, oftewel 1 + 1 = 3.  Door de juiste gecombineerde verbeteringen uit te voeren een optimaal resultaat te verkrijgen.

 

Het plafond van de bedrijfslasten

Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -5-

Verdubbeling van de kosten

De bedrijfskosten, die samenhangen met het beheer van sociale huurwoningen, vormen een substantieel deel van de exploitatiekosten (10 à 15 procent van het totaal). De gemiddelde jaarkosten liggen op dit moment in dezelfde orde van grootte als de onderhoudskosten en bedragen circa 1.400 euro per woning. Juist deze kosten zijn de afgelopen vijftien à twintig jaar substantieel gestegen.
In de periode 1997-2010 lag de stijging jaarlijks 6 procent boven de inflatie van 2 procent. In diezelfde periode is de omvang van het personeel met zo’n 40 procent toegenomen. En al deze kosten rusten op de exploitatie van de sociale huurwoning. In principe zijn de kosten in geld van nu meer dan verdubbeld. Kosten circa vijftien jaar geleden: 650 euro per woning (peil 2012), nu is dat opgelopen tot boven de 1.300 à 1.400 euro per woning. Op maandbasis is dat circa 55 euro per woning. Het is echter niet terecht om zo rekenkundig naar deze cijfers te kijken, want in diezelfde periode is het hele overheidsapparaat, dat zich bezig hield met de volkshuisvesting, bijna tot nul gereduceerd, en hebben de corporaties de werkzaamheden voor een groot deel overgenomen. Taken, die tot begin jaren negentig van de vorige eeuw tot het domein van de overheid behoorden, zijn bijna stilzwijgend op het bordje van de woningcorporatie terechtgekomen, zonder dat de benodigde middelen meeverhuisden.
Lees verder

Energiekosten, tussen feiten en mogelijkheden

Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -4-

door: Martin Liebregts

Het gemiddeld aardgasverbruik per woning bedraagt circa 1.600 m3 in 2010 en het elektraverbruik circa 3.500 kWh. In totaal gaat het dus om 2.510 m3 aardgasequivalenten (1), die als volgt verdeeld zijn over de verschillende activiteiten van een woning (2):
– Verwarmen : 1.160 m3 (46%)
– Warmtapwater : 375 m3 (15%)
– Rest : 975 m2 (39%).

Lees verder

Onderhoudskosten tussen behoeften en praktijk

Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -3-

door: Martin Liebregts

Onderhoudskosten in de praktijk

De onderhoudskosten vormen één van de variabelen van de exploitatiekosten, die voortdurend onderwerp van beleid zijn. In de afgelopen vijftien jaar zijn ze in hoofdlijnen een redelijke constante geweest in de bedrijfsvoering van de sociale huurwoning. De onderhoudskosten – exclusief woningverbetering – schommelden rond de 1.400 euro per woning per jaar (peil 2012). In de periode 1995-2010 varieerde het gemiddeld van 1.300 tot 1.550 euro.
De kosten voor klachten- en mutatieonderhoud bedragen circa 500 euro (peil 2012). In de gehele periode 1995-2012 zijn de kosten voor klachten- en mutatieonderhoud gestegen van 360 tot 500 euro per jaar (prijspeil 2012). Een stijging van 40 procent.
Lees verder

Huur overstijgt inflatie

Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -2-
door: Martin Liebregts

Meer dan inflatie

Ofschoon de maximale huurstijging voor zittende huurders vanuit overheidswege wordt beperkt, geldt dit niet in dezelfde mate voor de gemiddelde huurwoning in de tijd. De afgelopen dertig jaar is de gemiddelde huurstijging circa 3,2 procent, terwijl de inflatie schommelde rond de 2,1 procent. daarboven komt nog de kwaliteitsverbetering ten gevolge van nieuwbouw of renovatie, die voor de totale huurvoorraad de huurstijging nog eens met 0,55 procent gemiddeld per jaar doet toenemen. Het totale resultaat is, dat sinds 1986 de huur van de gemiddelde huurwoning jaarlijks is toegenomen met 3,75 procent (zie ook de figuur ‘Huurontwikkeling 1986-2012 (1).

Lees verder

ketensamenwerking, onderhoud en energie

Auteurs: Martin Liebregts en Haico van Nunen

Veel beheerders worstelen met het effectief uitvoeren van onderhouds- en energiebesparende maatregelen. Hoewel deze maatregelen afzonderlijk genoemd worden betreft het in wezen twee gelijksoortige maatregelen. Zowel bij onderhoud als bij energiebesparing gaat het om een combinatie van planmatige werkzaamheden waar tevens sprake is van enige kwaliteitsverbetering. Alleen als het energiebesparend is dan noemen we het tegenwoordig vaak apart. Deze maatregelen horen tot de huis-tuin-en-keuken maatregelen van een beheerder. Echter door afzonderlijke ambities op bezitsniveau op te stellen lijken het verschillende grootheden met verschillende doelen. Op zichzelf vreemd als men bedenkt dat elke vorm van onderhoud met een of andere vorm van verbetering gepaard gaat, en dat ten aanzien van uiteenlopende kwaliteitsaspecten.  In de praktijk stelt een beheerder al gedifferentieerde kwaliteitsdoelen in combinatie met onderhoud. Denk hierbij aan kwaliteiten zoals een seniorenlabel, politiekeurmerk of ‘de betaalbare woning’.

Het probleem zit dan ook niet in de aard van onderhoud en/of verbetering, maar veel meer in de vraag hoe kun je als beheerder een betere kosten-kwaliteitverhouding krijgt als het om onderhoud of energiebesparingsmaatregelen gaat en hoe je via een duidelijke opgave hieraan uitvoering geeft. Hierbij komen ook nieuwe vormen van samenwerking met marktpartijen naar voren als een van de mogelijke hulpmiddelen om dit te realiseren. Een globale beschouwing van kansen in de praktijk kan een en ander verduidelijken.

Lees verder

Orakeldossier: Philipsdorp – Eindhoven

door: Haico van Nunen en Marion van de Mortel

Het orakel heeft gesproken….

Tijdens de renovatiebeurs in Den Bosch heeft er voor de eerste keer een ‘Orakel’ plaatsgevonden. Nu geen mythische verhalen maar concrete projecten met energiebesparing als thema en mogelijke oplossingen voor de dilemma’s.  De dilemma’s zijn zeer divers. Van monumenten waar aan de buitenzijde nagenoeg niets kan veranderen, tot aan de vraag welke ambities (reëel) haalbaar zijn. Het SEV roadshow team , dat als doel heeft om corporatie-managers te stimuleren om de woningvoorraad te verduurzamen, geeft haar visie op de dilemma’s.  In deze visie speelt de blik naar de toekomst vaak een grote rol. In deze serie van artikelen wordt telkens een project uit het orakel nader toegelicht. Welke dilemma’s spelen er en wat is de visie die hierbij past.

Philipsdorp Eindhoven

Het Philipsdorp bestaat uit 771 woningen. In de periode 1910-1915 zijn deze woningen gebouwd voor de werknemers van Philips. Toen, maar ook nu vormen ze een belangrijk deel van de stad Eindhoven. Woonbedrijf is bezig met een renovatie van deze woningen, die momenteel ongeveer 100 jaar oud zijn. De hoofddoelstelling van de renovatie is dat de kwaliteit (bouwkundige kwaliteit, wooncomfort en gebruikskwaliteit, veiligheid en energieprestatie) op peil wordt gebracht, met oog op het door exploiteren voor minimaal vijfentwintig jaar, en mogelijk veertig jaar. Dit wordt technisch uitgewerkt in onder meer een combinatie van isolerende maatregelen, mechanische ventilatie  en HR ketel, waarmee de woningen van label E/D naar label B gaan. Een belangrijk aspect in het totaal is de wens de cultuurhistorische waarde van de woningen in architectonische zin te behouden of beter gezegd ´terug te halen´. Dit stelt Woonbedrijf voor de vraag: hoe kan het voor bewoners aantrekkelijk gemaakt worden zodat ze kiezen voor energiebesparende maatregelen?

Daar komt bij dat het Philipsdorp een beschermd stadsgezicht is en sommige woningen zelfs een monument zijn. Niet alle gewenste kwaliteiten zijn daarmee eenvoudig te realiseren.  Bijvoorbeeld  het plaatsen van zonnepanelen of andere voorzieningen aan de buitenzijde van de woning behoort niet tot de mogelijkheden.  Tweede vraag, die hieraan is gekoppeld,  hoe is te stimuleren dat de bouwsector innovatieve oplossingen ontwikkelt voor beschermde stadsgezichten, beeldbepalende panden en monumenten?

Het Orakel spreekt

Deze dilemma’s zijn voorgelegd aan het SEV roadshow team.  De oplossing voor de beide dilemma’s zoals die door het roadshow team werd aangedragen is eigenlijk heel eenvoudig. Als het niet mogelijk is om zonnepanelen op de eigen daken te leggen, maak dan gebruik van ruimte elders in de wijk. En waar kan nu beter energie worden opgewekt dan op het Philipsstadion? Deze ‘PSV-stroom’ is dan bedoeld voor bewoners van Philipsdorp, waarmee het voor bewoners van de wijk een voordeel wordt om juist daar in de wijk  te wonen en gebruik te maken van de duurzame energie (betrokkenheid).

De woningen bereiken met deze ingreep de levensduur van 120 jaar. In de komende jaren zal energie en de energiebehoefte een belangrijk onderdeel vormen van de kwaliteit van de woningen. Het is daarom zaak om de woningen op alle gebieden naar een hoger kwaliteitsniveau te brengen, ook energieopwekking. Er moet dus gezocht worden naar een manier om kwaliteit aan woningen toe te voegen, die gepaard kan gaan met geringe aanpassingen aan het uiterlijk van het gebouw.
In de Orakelsessie zijn nog een aantal suggesties gedaan die Woonbedrijf verder helpen bij het doorontwikkelen van haar aanpak. Benader energie niet als een op zichzelf staand aspect maar maak er een totaalplaatje van, waarbij energie een onderdeel uitmaakt. Kijk naar zaken waar mensen behoefte aan hebben en maak er een samenhangend pakket van. Koppel een schil renovatie bijvoorbeeld aan een interne verbetering. In de communicatie naar huurders niet alleen inzoomen op de energiebesparing maar op het gehele woonlastenplaatje. Het is een totaalrenovatie waar de totale kwaliteit verbetert. Daarbij ontstaat een wisselwerking tussen huur, energielasten en geleverde kwaliteit. Hierbij gaat het erom de juiste aspecten naar voren te brengen. In de Retail zijn hier hele afdelingen voor die de consument moet verleiden hun product te kopen, corporaties kunnen hier nog wat van leren.

Benieuwd naar meer Orakels? Kijk in het Orakeldossier.